Article headline
Je moet wel wat te vertellen hebben
Werken

Je moet wel wat te vertellen hebben

Kunstenares Judith Wiersema maakt vrouwelijke vormen en stoere verlichting – en bijna alles daartussenin. Kern van haar werk: je ziel erin leggen. “Je kunt moeilijk een rem zetten op iemand die creatief is.”

Je moet wel wat te vertellen hebben

Een eerste blik in de woning van Judith Wiersema laat er geen twijfel over bestaan: hier heerst de kunst. Wat ooit een boerderij was in het glooiende Gooise landschap onder de bomen, omarmt je vandaag als gast met uiteenlopende werken. Bevallige vrouwentorso’s, fotocollages, licht vervreemdende keramische objecten, lampen en armaturen van brons. Ook de gebruikte materialen zijn divers: steen, klei, metaal. Judith Wiersema (1968) is als kunstenares niet voor één gat te vangen.

WOONPLEK EN GALERIE

Haar huis houdt het midden tussen een woning en een galerie, waar de werken onder verschillende lichtvallen glorieus tot hun recht komen. “Ja, dat klopt. Het is hier zowel woonplek als expositieruimte”, zegt Judith. “Ik laat mijn werk hier zien. Tegelijk vind ik het zelf ook fijn om omringd te zijn met schoonheid en kunst.” Judith staat te boek als beeldhouwer, maar sculpturen is eigenlijk een beter woord voor haar werk. Hoewel ze kan opgaan in de noeste confrontatie met hout en steen, gebruikt ze ook andere technieken dan ‘houwen’ om haar beelden te maken. “Dat had ik al vanaf het begin, vroeger op school. Ik zat in mijn geboorteplaats Bergen op de BSG, waar kunst en handvaardigheid een belangrijke plek in het lespakket hadden. Ik hield niet alleen van de creativiteit, maar was er zelfs uitgesproken fanatiek in. Ook buiten school was ik altijd wel iets aan het maken. Het zat blijkbaar in me.”

BILLEN MET EEN DEUKJE

Toch rolde ze niet als vanzelf het kunstenaarsvak in. “Ik was eerst verpleegster en deed HBO-V. Totdat ik een vriendin sprak die naar de Gooise Kunstacademie ging. Ik dacht: dat wil ik ook. En toen was ik ook vrijwel meteen verkocht. Ik heb daar alles geleerd op het gebied van technieken en meer. Na vier, vijf jaar kwam ik er zo achter wat mijn eigenheid is in mijn werk. Ik weet dat moment nog precies, het moment dat je leraar je niet meer snapt. Da’s een goed teken, haha. Ik had een beeld gemaakt van een paar vrouwenbillen en daar zat een soort deukje in, zo’n deukje dat je ziet als de spieren zijn gespannen. Dat trof me. En ik wist: dat wil ik maken. Want je ziet die spanning, en je wilt meer weten. Dat is ook wat een torso doet. Je ziet maar een stukje, maar het triggert je belangstelling naar de rest. Dat was voor mij het begin.”

JAN DES BOUVRIE

In de eerste jaren creëerde ze voornamelijk, exposeren was er nog niet bij. Totdat buurman Jan des Bouvrie erop aandrong dat ze haar werk ten toon ging stellen. “En dan krijg je dat dingetje dat elke kunstenaar kent: je gaat je afvragen of je wel goed genoeg bent. Maar je leert later ook dat die twijfel erbij hoort. Die gaat ook nooit helemaal weg, dat is inherent aan het kunstenaarschap. Maar ik maakte de stap.” Lachend: “Jan heeft daarom ook altijd kunnen beweren dat hij mij ontdekt heeft. Ik moet ook zeggen dat hij veel van mijn werk heeft aangekocht. Daardoor moest ik ook leren wat de waarde van mijn werk is – erg belangrijk. Jan vond dat ik er veel te weinig voor vroeg. Ik heb er best lang over gedaan om dat te leren.”

SPAGAAT

De vrouwenvormen werden Judith’s ‘signature’ werk. “Ik had al die borsten en billen gemaakt, maar ik wil ook echt wat vertellen met mijn werk. Op een gegeven moment ging ik ook benen maken. Waarom? Tja, achteraf leg ik het voor mezelf dan toch uit, omdat je dan ziet: hé, dat heb ik daar- en daarom gemaakt. Zo werkt het bij mij. Dus ik maak iets en dan denk ik achteraf: o natuurlijk, ik zit zelf in een spagaat, dáár komt dat van! Met benen kun je heel veel vertellen. Vul het maar in: de benen nemen, je poot stijf houden, op eigen benen staan...” Je hóeft natuurlijk niet altijd overal de bedoeling achter te zoeken, zegt Judith. “Want kunst kan voor iedereen weer een andere betekenis hebben. Maar ik zoek wel altijd naar wat voor míj de drijfveer is. Ik ben wat dat betreft ook een beetje een ouderwetse beeldhouwer, want ik sta te hakken en te kleien. Terwijl je tegenwoordig alles ook eerst kunt scannen, modelleren en vergroten. Dat is ook echt wel interessant, maar ik wil ergens een ziel in leggen, en dat is voor mij dan toch de vorm die ik in eerste instantie heb gemaakt met mijn handen – vanuit mijn gevoel en mijn intentie.”

7,5 METER BEEN

Judith: “Maar goed, die benen dus. Ik zat in een fase van moederschap, kijken naar je relatie en ondertussen ook werk maken. Dus veel tweestrijd. Dat was perfect om die benen te gebruiken. Ik heb op een gegeven moment ook een hooggehakt bronzen been van zeven en een halve meter gemaakt, omdat ik toen ging scheiden. Ik moest dus letterlijk een mega-statement maken, vond ik. Nou, aan de straatstenen niet kwijt te raken natuurlijk. Misschien wel te beladen, dat zou kunnen. Maar in ieder geval werd ik opeens wel ‘die vrouw van die benen’.”

No items found.
No items found.
No items found.
No items found.

NIET OM TE PLEASEN

Haar werk viel bij steeds meer liefhebbers in goede aarde en ze exposeerde in Nederland, Europa, Zuid-Korea, China en de Verenigde Staten. Toch is publiek-pleasen niet wat ze wil. “Natuurlijk houd ik wel rekening met wat mensen mooi vinden, wat ze raakt. Maar ik heb ook weleens een opdracht afgewezen omdat die erop was gericht de borsten van iemands vrouw na te maken. Dat is op zich dan wel heel interessant en commercieel ook aantrekkelijk. Maar toch zeg ik dan nee, want dan ben ik mezelf niet trouw. Ik wil iets van mezelf in mijn werk kunnen leggen, en dan ga ik niet alleen mooie tieten maken, haha. Ik kijk in de eerste plaats: wat zou ik zelf mooi vinden om in m’n huis te hebben? En wat ik daarmee wil zeggen hoeft niet altijd een zwaar verhaal te zijn, maar je moet wel wat te vertellen hebben.”

HET MOOIE VAN LAMPEN

Judith’s werk is er in vele vormen. De focus mag verbreden en verschuiven. Na stillevens en schalen is haar aandacht momenteel voor een belangrijk deel gericht op het maken van vooral bronzen lampen en armaturen. “Het beelden maken blijft, maar lampen maak ik sinds een jaar of twee. Het mooie van lampen is dat daar dan weer een lichteffect bij komt. Al moet ik mezelf wel weer afremmen, want ja: hoeveel lampen kun je maken? Maar je kunt moeilijk een rem zetten op iemand die creatief is. Dus nu heb ik een soort plan om bijvoorbeeld een kroonluchter te maken door te photoshoppen. Het is namelijk een kostbare zaak om zo’n complete kroonluchter eerst helemaal te maken, terwijl je nog niet weet of er wel een koper voor is. Dus maak ik ’m voor een deel en simuleer dan visueel hoe-ie er in z’n geheel uitziet. Wat je dan ziet is evengoed stoer, elegant handwerk.”

INTERIEURWERELD

Hiermee komt Judith ook weer in een heel andere wereld: die van het interieur. “Da’s ook wel weer leuk. Je belandt dan ook eerder in het proces van aanschaffen. Dan word je al in de ontwerpfase opgenomen in het lichtplan en ingetekend. Door een stylist, bijvoorbeeld. Dat is fundamenteel anders dan met m’n beelden. Dan moet je naam maken via de gallery’s. Met die lampen is het toch meer dat ontwerpers tegen hun opdrachtgever zeggen: goh, ga eens kijken bij Judith. Vandaar dat ik mijn huis ook als gallery gebruik: je kan hier kijken hoe het er echt uitziet. En het is high-end, duur materiaal, dus dan wil je er als koper ook een goed beeld van hebben.”

OLIEVLEK

Ook dit werk vindt z’n weg inmiddels bij steeds meer liefhebbers. Maar, zo weet Judith: “Die olievlek moet nog een keer goed gaan doorlekken. Voor mij is het een kwestie van hoge kwaliteit leveren en dan natuurlijk ook nog een keer een beetje mazzel hebben. Zo werkt het uiteindelijk altijd. En al gebruik ik dezelfde mallen, ieder exemplaar werk ik helemaal handmatig tot in detail af. Het is allemaal customizen en polijsten. Dan krijg je die warmgouden kleur. Er zit dus altijd de hand van de kunstenaar in.” Blijven strijden voor succes, niet gearriveerd raken – dat is de artistieke taak van de maker, vindt Judith. “Er moet altijd onzekerheid zijn, kennelijk. Maar dat houdt je ook kritisch en scherp. Ik heb weleens gedacht: stel dat ik een enorme zak met geld zou krijgen, dan zou ik misschien minder goed werk afleveren. Dan zou ik lui en slordig kunnen worden. Of nog erger: arrogant. Dus ergens is het misschien ook wel weer goed dat je moet knokken voor je kunst. Dan blijft het echt. Dit is wie ik ben, dit is wat ik maak.”

No items found.
No items found.

Partner

Geen gerelateerde posts gevonden

Verder lezen