Talent Mike Toorop: 'Ik laat alles voor Golf'

“Golf is anders dan andere sporten. Als je bijvoorbeeld bij de beste 50 hoort op een grote internationale wedstrijd heb je het heel goed gedaan. Mensen trekken hun wenkbrauwen weleens op als ze het eindresultaat horen, omdat ze verwachten dat alleen de eerste drie plekken tellen. Als amateur won ik een groot toernooi, werd ik daarna Nederlands kampioen en startte ik vervolgens als prof. Ik sta nu op de twaalfde plek in de Pro Golf Tour. Dat is goed, maar het doel was om bij de beste tien te horen. Toen ik drie jaar was, sloeg ik mijn eerste bal samen met mijn vader. Ik zal een jaar of zeven of acht geweest zijn, toen mijn vader mij naar Westwoud bracht waar ik de hele dag op de baan stond. Toch ging ik ook op voetbal. Als je redelijk kan voetballen, ga je met een teamsport toch snel een ander de schuld geven als het misgaat. Daarom wilde ik iets voor mezelf. Golfen vond ik leuk, maar ik kon nooit wedstrijden spelen omdat die altijd in het weekend waren wanneer ik moest voetballen. Door een blessure moest ik noodgedwongen even stoppen met voetballen en ben ik veel fanatieker gaan golfen. Vanaf dat moment was ik niet meer te stoppen. Als ik ergens voor ga, gaat alle focus daarnaartoe. Afgelopen anderhalf jaar was dat best lastig, omdat de banen vaak dicht waren. Dan speelde ik in het bos of in de achtertuin. Heel veel sporten zijn vaak hetzelfde, maar golf is geen dag hetzelfde; de omstandigheden zijn altijd anders. De baan, de vlaggen, het weer, de wind... Golf is ook een heel technische sport. 0,1 graad verandering in je blad kan het verschil maken.”

HEUVEL OP HEUVEL AF

“Op het moment dat ik Nederlands kampioen werd en fulltime voor golf koos, kwam ik in het Nederlandse team. Wij hadden veel coaches, maar ik kreeg geen antwoorden op mijn vragen. Dat vond ik jammer. De begeleiding van Nederlandse talent kan veel beter. Inmiddels ben ik uit het nationale team gegaan en heb ik zelf een mooi team van mensen om mij heen gebouwd. Hier kan ik verder mee. Wat ik allemaal voor het golfen laat? Alles. In het seizoen drink ik geen alcohol en let ik op mijn eten. Alles staat in het teken van zo goed mogelijk presteren. Mijn dagen zien er zo uit: vroeg opstaan, eten en zo’n zes tot acht uur op de baan staan. In de wintermaanden breng ik deze uren in de sportschool door. Voor golf moet je een goede conditie hebben. De clubspeed is al snel 21 mijl per uur. Als je met zo’n snelheid een bal slaat, geeft dat iedere keer een klap op je lichaam. Het trainen van je billen en core is daarom erg belangrijk. Als die niet sterk genoeg zijn, ga je uit je handen bewegen en kan je niet goed timen. Als ik een toernooi heb, loop je vijftien kilometer per dag. Bedenk dat het dan 35 graden Celcius is en dat je zes dagen achtereen heuvel op heuvel afloopt van hole naar hole. Als je niet fit bent, moet je steeds op adem komen. Mijn doel is bij de beste 100 van de wereld te komen én de golfsport meer op de kaart zetten, want het is een prachtige sport.”